Zonder deze aandoening zullen je benen snel gewicht verliezen en zullen je spieren beginnen te atrofieren. Na je 60e moet je het in je dieet opnemen.
Ik ben altijd een sterke man geweest – timmerman van beroep. Mijn armen en benen waren mijn gereedschap, mijn trots, mijn zekerheid. Maar een paar jaar geleden merkte ik dat mijn vertrouwde kracht me begon te verlaten. Het voelde alsof mijn eigen lichaam me langzaam in de steek liet.
Mijn benen voelden zwaar, mijn knieën zwak. Een zak cement optillen die vroeger bijna vanzelf ging? Plotseling werd het een uitdaging. Mijn spieren leken letterlijk te verdwijnen. Voor het eerst in mijn leven voelde ik me fragiel, alsof ik een oude man werd die uit balans was met hoe hij zich vanbinnen voelde.
De artsen haalden hun schouders op. “Viktor Ivanovich, dat is de leeftijd. Sarcopenie. Neem wat vitamines, beweeg meer.” Maar hoe moet je meer bewegen als je benen je nauwelijks dragen? Het voelde alsof er meer aan de hand was dan alleen leeftijd. Iets diepers, iets dat ik moest begrijpen.
Dus begon ik te zoeken. Ik sprak met oude atleten, las wetenschappelijke artikelen en vroeg me vooral af: wat aten onze grootouders eigenlijk? Hoe bleven zij op hun 80ste nog krachtig, actief en in staat om zware arbeid te doen?
Toen vond ik het antwoord – of beter gezegd: iemand wees me erop.
Een oude boswachter, Petrovich, zei tegen me: “Witia, je bent het eten van je grootvader vergeten!” Ik moest lachen toen hij me liet zien wat hij bedoelde, maar ik besloot het toch te proberen. En twee maanden later was het alsof mijn benen me opnieuw begonnen te gehoorzamen.
Het mysterieuze product? Bottenbouillon. Ja, de ouderwetse, langzaam getrokken bouillon die onze voorouders al eeuwenlang maken. Niet eentje van een uurtje koken, maar een diepe, langdurige bouillon van 12 tot 24 uur op laag vuur.