Bereidingswijze
1. De korst voorbereiden
Doe de GF havermout, rietsuiker en zout in een kom en meng deze droge ingrediënten even door. Giet vervolgens de gesmolten kokosolie erbij. Door de olie goed te mengen wordt de havermout licht vochtig en ontstaat een kruimelige textuur die je makkelijk kunt aandrukken.
Bekleed een taartvorm met bakpapier of vet deze licht in. Schep het mengsel erin en druk het stevig aan met de achterkant van een lepel. Een gelijkmatig aangedrukte bodem zorgt ervoor dat de taart later mooi recht blijft en niet brokkelt. Zet de bodem daarna even in de koelkast om te verstevigen terwijl je de vulling bereidt.
2. De bananenvulling maken
Doe de amandelmelk in een steelpannetje. Meng in een apart kommetje de maïzena, suiker, vanille en het snufje zout met een klein beetje koude melk zodat er een glad papje ontstaat. Dit voorkomt klontjes.
Breng de resterende melk zachtjes aan de kook en giet het maïzenapapje er al roerend bij. Blijf roeren totdat het mengsel indikt en een puddingachtige structuur krijgt. Zodra de pudding dik genoeg is, haal je de pan van het vuur.
Prak de rijpe banaan fijn en roer deze door de warme pudding. De banaan geeft meteen extra romigheid en een natuurlijke zoetheid. Laat de vulling iets afkoelen zodat deze straks mooi stevig wordt wanneer je hem op de bodem giet.
3. Opgeklopte kokosroom bereiden
Gebruik goed gekoelde kokosroom; hierdoor wordt de structuur steviger en klop je hem eenvoudiger luchtig. Doe de kokosroom in een kom en voeg poedersuiker en vanille-extract toe. Klop het geheel gedurende enkele minuten tot een lichte, zachte crème ontstaat. Deze kokosroom is de ideale topping omdat hij luchtig en romig is zonder enige zuivelproducten.
