4. Schuim niet verwijderen
Zodra de bouillon begint te verwarmen, vormt zich schuim aan het oppervlak: dit bestaat uit onzuiverheden en gestold eiwit. Laat je het zitten, dan krijg je een troebele bouillon met een minder verfijnde smaak.
Oplossing: Schep het schuim regelmatig af met een schuimspaan of lepel zodra het zich vormt. Zo behoud je helderheid en zuiverheid.
5. Te vroeg zout toevoegen
Zout kan het extractieproces beïnvloeden. Vroeg zouten kan ervoor zorgen dat smaken zich niet volledig ontwikkelen en dat groenten hun smaak minder goed afgeven.
Oplossing: Voeg zout pas helemaal op het einde toe. Nadat de bouillon gezeefd is, proef je en breng je hem naar wens op smaak.
6. De bouillon te lang laten koken
Hoewel bouillon tijd nodig heeft, kan té lang koken leiden tot een bittere smaak, zeker wanneer tere groenten zoals ui en wortel volledig uit elkaar vallen.
Oplossing: Houd je aan richtlijnen: vleesbouillon suddert 2–3 uur; groentebouillon heeft genoeg aan 45–60 minuten.