Met de hand: kneed 10–15 minuten op een licht met bloem bestoven werkvlak. Het deeg zal in het begin licht plakken, maar wordt steeds soepeler. Voeg enkel een minúscule hoeveelheid bloem toe als het écht te plakkerig blijft.
Een goed gekneed deeg voelt zacht, veerkrachtig en licht warm aan door de wrijving. Dit is een teken dat de glutenstructuur sterk genoeg is om lucht vast te houden tijdens het rijzen.
5. Eerste rijs
Vorm het deeg tot een bal en plaats het in een ingevette kom. Keer de deegbal om zodat alle kanten een dun laagje olie krijgen — dat voorkomt uitdrogen. Dek af en laat ongeveer 1 uur rijzen, of tot het deeg in volume is verdubbeld. Een warme, tochtvrije plek is ideaal. Als je licht op het deeg duwt en de indruk blijft even staan, is het deeg voldoende gerezen.
6. Vormen
Stort het luchtige deeg voorzichtig op een licht bebloemd werkvlak. Druk overtollige lucht er zacht uit zonder het deeg te scheuren. Rol het deeg uit tot een dikte van 1 tot 1,5 cm, zodat de donuts straks mooi opbollen tijdens het frituren.
7. Uitsteken
Steek donuts uit met een donutsteker of twee ronde uitstekers. Leg de donuts en de ‘donut holes’ voorzichtig op een bakplaat. Kneed restanten kort samen en steek opnieuw uit. Zorg dat je de donuts niet te dicht op elkaar legt zodat ze tijdens de tweede rijs voldoende ruimte hebben.