Instructies
1. Gist activeren
Verwarm de melk tot lauwwarm — warm genoeg om de gist te activeren, maar nooit heet. Roer de gist en 1 theelepel suiker door een klein deel van de melk en laat dit 5–10 minuten rusten. Het mengsel zal schuimen en luchtbelletjes vormen, een teken dat de gist actief is. Blijft het mengsel vlak, dan is de gist mogelijk te oud en kun je beter opnieuw beginnen.
2. Droge ingrediënten mengen
Meng in een grote kom de bloem, suiker en het zout. Door deze ingrediënten eerst goed door elkaar te scheppen, ontstaat een gelijkmatige basis voor het deeg, waardoor het kneden later gemakkelijker gaat.
3. Nat bij droog
Maak een kuiltje in het midden van de bloem. Giet hierin het gistmengsel, het losgeklopte ei en de boter. Meng met een lepel of spatel tot er een ruw, plakkerig deeg ontstaat. Dit stadium lijkt misschien chaotisch, maar na het kneden wordt het deeg vanzelf gladder.
4. Kneden
Met een mixer: gebruik deeghaken en kneed 8–10 minuten op lage tot middellage snelheid. Het deeg moet elastisch worden en loskomen van de komrand.