Topping
- 250 g lichte bakchocolade
- 1–2 dl pindakaas
Bereiding
- Verwarm de oven voor tot 200 graden Celsius. Bekleed een braadslede van ongeveer 30 × 40 cm met bakpapier. Een goed passende vorm zorgt ervoor dat de laag niet te dun of te dik wordt, waardoor de uiteindelijke structuur precies goed is. Het bakpapier helpt bovendien om de repen later eenvoudig uit de vorm te tillen.
- Meng alle ingrediënten voor de bodem tot een korrelige massa. De combinatie van warme gesmolten boter en havermout zorgt ervoor dat alles goed aan elkaar hecht. Verspreid het mengsel gelijkmatig over de bakplaat en druk het licht aan met de achterkant van een lepel. Bak de bodem 12–15 minuten, tot deze licht begint te kleuren en de geur van warme havermout en vanille vrijkomt.
- Snijd de chocolade in stukjes en strooi deze direct over de warme koekbodem zodra deze uit de oven komt. De restwarmte zorgt ervoor dat de chocolade vanzelf smelt. Voeg ook klodders pindakaas toe en laat deze zacht worden. Zodra de chocolade volledig gesmolten is, smeer je de topping voorzichtig uit zodat er een mooi gelijkmatig laagje ontstaat.
- Laat de plaat volledig uitharden op kamertemperatuur. Dit kan even duren, maar voor strakke vierkantjes is goed afkoelen essentieel. Snijd vervolgens in blokjes of repen, afhankelijk van de gewenste portiegrootte.
Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️
Advertentie