Procedure
1. Bereid de groenten voor
Rasp de wortel en courgette fijn zodat ze gemakkelijk mengen en gelijkmatig garen in de pan. Knijp de courgette eventueel licht uit om overtollig vocht te verwijderen — dit helpt voorkomen dat het beslag te vloeibaar wordt en moeilijk om te draaien. Snijd de ui in dunne reepjes zodat deze snel kan garen en zich goed verdeelt door het mengsel.
2. Bereid het deeg voor
Doe de geraspte groenten en ui in een kom en meng goed. Voeg het ei toe en roer tot alles gelijkmatig is bedekt. Als het mengsel nog wat te los aanvoelt, voeg dan 2–3 eetlepels bloem toe om het beslag steviger te maken. Breng op smaak met zout en peper. Het mengsel moet stevig genoeg zijn om kleine hoopjes te vormen die in de pan hun vorm behouden.
3. De pannenkoeken bakken
Verwarm een antiaanbakpan met een beetje olijfolie op middelhoog vuur. Neem telkens een eetlepel beslag en vorm er kleine pannenkoekjes van. Druk ze licht plat met de achterkant van een lepel zodat ze gelijkmatig bakken. Bak de groentepannenkoeken 3–4 minuten per kant tot ze goudbruin, stevig en licht knapperig zijn. Werk in porties zodat de pan niet te vol raakt en de pannenkoekjes mooi kunnen kleuren.