‘Dat is helemaal geen probleem,’ antwoordde hij, terwijl hij probeerde te glimlachen. ‘Ik ga haar daar niet levenloos achterlaten.’
Met moeite tilde hij haar op. De oude vrouw was licht, maar haar doorweekte kleren en de gladde grond maakten elke stap zwaarder. Luis voelde zijn schoenen wegglijden op de stoep, de regen in zijn rug prikken en zijn cv tegen zijn heup stoten. De oude vrouw klemde zich vast aan zijn shirt.
—Dank je wel, jongeman… dank je wel dat je niet zomaar voorbij bent gelopen— fluisterde hij in zijn oor.
Luis klemde zijn tanden op elkaar. Het gebouw waar het interview plaatsvond, lag een paar straten verderop; het dichtstbijzijnde ziekenhuis nog iets verder. Hij rekende het in zijn hoofd uit. Hij zou de afgesproken tijd vrijwel zeker missen.
« Eerst breng ik haar in veiligheid, » zei hij tegen zichzelf. « Daarna zie ik wel wat er moet gebeuren. »
Ze naderden de hoek van de straat toen een luxe auto plotseling naast hen remde en water opspoot. Een man in een donker pak sprong eruit en rende bijna, schijnbaar onbezorgd over het feit dat hij nat werd.
« Moeder! » riep hij toen hij de oude vrouw in Luis’ armen zag.
Luis’ hart sloeg een slag over. Hij voelde de vrouw zich lichtjes aanspannen in zijn armen, alsof ze zijn stem herkende en tegelijkertijd niet wist of ze daar blij mee moest zijn of niet.
De man kwam bij hen staan en nam haar voorzichtig in zijn armen.
‘Wat is er gebeurd? Waarom ben je zo? Ben je gevallen?’ vroeg hij wanhopig.
De oude vrouw, die zich nog steeds aan Luis vastklampte, haalde diep adem.
‘Ik voelde me duizelig… maar die jongen heeft me geholpen. Niemand anders is gestopt,’ zei ze zachtjes. ‘Als hij me niet overeind had geholpen, weet ik niet wat er gebeurd zou zijn.’
De man keek Luis voor het eerst aan. Zijn donkere, vermoeide blik verzachtte.
« Ik ben Arturo, » stelde hij zich voor, terwijl hij probeerde zijn gedachten te ordenen. « En hoe heet jij? »
‘Luis,’ antwoordde hij, zich plotseling ongemakkelijk, doorweekt en onbeduidend voelend naast deze elegante man. ‘Ik zag haar bij de bushalte… en… ik kon haar niet alleen laten.’
Arturo knikte oprecht.
—Hartelijk dank. Ik neem je even mee. Je bent doorweekt.
Luis schudde zijn hoofd.
—Maak je geen zorgen, echt niet. Ik heb een sollicitatiegesprek. Ik ben al te laat.
‘Welk bedrijf?’ vroeg Arturo, fronsend.
Luis sprak de naam uit en probeerde te voorkomen dat zijn stem trilde.
Arturo zweeg even, alsof er hem net een idee te binnen was geschoten. Hij streek over het vochtige haar van zijn moeder.