Stapsgewijze voorbereiding
1. Courgette voorbereiden
Was de courgettes zorgvuldig en rasp ze met een grove rasp. Dankzij de grotere raspstructuur behouden ze een fijne textuur die de balletjes luchtig maakt. Knijp de geraspte courgette vervolgens stevig uit met je handen of een schone doek om zoveel mogelijk vocht te verwijderen. Dit is een belangrijke stap voor stevige balletjes die hun vorm behouden tijdens het bakken.
2. Meng het deeg
Doe de uitgeknepen courgette in een grote kom en voeg de eieren, geraspte kaas, paneermeel, knoflook (indien gebruikt), peterselie, zout en peper toe. Meng rustig maar grondig totdat je een samenhangend, zacht maar stevig mengsel krijgt. Is het nog te vochtig? Voeg dan een beetje extra paneermeel toe voor de juiste structuur.
3. Balletjes vormen
Vet je handen licht in met een beetje olijfolie om het vormen makkelijker te maken. Draai vervolgens balletjes ter grootte van een walnoot. Rol elk balletje door wat extra paneermeel: dit geeft een krokant laagje dat tijdens het bakken mooi goudbruin wordt.
4. Bakken
In de oven
Leg de balletjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Besprenkel licht met olijfolie. Bak ze op 200°C gedurende 20–25 minuten en draai ze halverwege om zodat ze rondom goudbruin worden.
In de pan
Verhit een dun laagje olie in een koekenpan. Bak de balletjes op middelhoog vuur tot ze aan alle kanten goudbruin en krokant zijn. Dit duurt meestal enkele minuten per zijde.