Ik ben een vrouw van een leeftijd waarop je troost vindt in vertrouwde dingen: een warme kop thee in de ochtend, het omslaan van de bladzijden van een oud boek en de verlegen glimlach van mijn geliefde kleinzoon, Liam. Ik ben geen feestganger, maar voor Liam zou ik met plezier elk podium betreden. Zelfs een podium vol pronkende pauwen zoals de Crestwood International Academy.
« Grootoudersdag » in Crestwood is geen alledaagse gebeurtenis. Het is een spektakel. Een zee van zijde en parels, waar de geur van dure parfum zich vermengt met die van vers gemaaid gras. Ik voelde me totaal misplaatst in mijn beige linnen jurk en de platte, comfortabele schoenen die ik vanochtend tijdens mijn wandeling in het park had gedragen. Mijn zilvergrijze haar zat in een simpele knot, zonder een spoortje haarlak. De vrouwen om me heen zagen eruit alsof ze zo uit een modeblad waren gestapt, met perfect gekapt haar en handtassen die net zoveel kostten als een auto.
Ik was hier voor Liam. Mijn kleinzoon is een bijzondere jongen. Slim, leergierig en met een gevoelige ziel. Hij zit op Crestwood met een volledige beurs, een levensveranderende kans. Maar ik weet dat het voor een 10-jarige ook een last is om « de beursjongen » te zijn in zo’n omgeving. Hij probeert zich altijd kleiner te maken, alsof hij bang is dat zijn anders-zijn iemand zou kunnen beledigen.
Door de tafelschikking kwam ik toevallig aan dezelfde theetafel terecht als een vrouw die eruitzag als de koningin van het hele evenement. Het was Beatrice, de grootmoeder van een jongen genaamd Alexander. Alles aan haar, van haar kunstig gekantelde hoed tot haar naaldhakken, schreeuwde om een of ander luxe merk.
Ze bekeek me snel van top tot teen en ik zag een grijnsje over haar lippen glijden, dat al snel verdween achter een ingestudeerde beleefdheid.
‘Hallo,’ zei ze op een neerbuigende toon. ‘Ik ben Beatrice. Mijn kleinzoon, Alexander, zit volgens mij bij uw kleinzoon in de klas.’
‘Hallo. Ik ben Eleanor,’ antwoordde ik met een glimlach.
Zonder dat ik haar daartoe aanzette, begon Beatrice aan haar monoloog. Ze schepte niet op; ze wilde haar positie duidelijk maken. « Mijn Alexander heeft vorige maand de staatspianowedstrijd gewonnen, » zei ze, terwijl ze een diamanten armband rechtzette. « We nemen hem deze zomer mee op een rondreis door Europa om zijn horizon te verbreden. Hij is de derde generatie van onze familie die naar Crestwood gaat. Het is een familietraditie, weet je. »
Ik knikte alleen maar. « Dat is zeer indrukwekkend. »
‘Oh, natuurlijk,’ zei ze, waarna ze me even aankeek en haar stem een toon van geveinsde sympathie aannam. ‘Het is geweldig dat de school dit beurzenprogramma heeft, nietwaar? Om de minder fortuinlijke kinderen de kans te geven een topomgeving te ervaren. Het geeft ze iets om naar te streven.’