Deze botertaart is een echte klassieker: eenvoudig, rijk van smaak en heerlijk smeuïg dankzij de combinatie van zachte boter, eieren en fijne bloem. Het is precies zo’n taart die doet denken aan huiselijke geuren en warme middagen, en die perfect past bij een kop koffie of thee. Hieronder vind je een uitgebreide, verfijnde versie van het recept, waarin elke stap extra duidelijk wordt uitgelegd om een perfect resultaat te garanderen — zacht, luchtig en met een goudbruine korst die uitnodigt tot meteen aansnijden.
Ingrediënten:
- 200 g boter op kamertemperatuur
- 200 g suiker
- 4 eieren
- 200 g tarwebloem
- 1 theelepel bakpoeder
- 1 snufje zout
- 1 theelepel vanille-extract
- Schil van 1 citroen of sinaasappel (optioneel)
Bereiding
- Verwarm de oven voor op 180°C (350°F). Vet een cakevorm in met boter en bestuif lichtjes met bloem. Dit voorkomt dat de cake vast blijft kleven en zorgt voor een gelijkmatige korst. Tik het overtollige bloem voorzichtig uit de vorm.
- Klop de boter romig. Doe de boter in een grote mengkom en klop met een elektrische mixer tot ze licht en luchtig is. Deze stap is cruciaal: hoe beter je de boter opslaat, hoe luchtiger de uiteindelijke taart wordt. De boter moet zacht zijn, maar niet smelten — zo bindt ze optimaal met de suiker.
- Voeg de suiker toe. Strooi de suiker geleidelijk in de kom terwijl je blijft kloppen. Het mengsel zal langzaam witter en romiger worden. Dit proces van ‘opkloppen’ duurt ongeveer 5 minuten en zorgt voor minuscule luchtbelletjes die de cake later helpen rijzen.
- Voeg de eieren één voor één toe. Breek telkens één ei in de kom en klop goed door voordat je het volgende toevoegt. Zo voorkom je dat het beslag schift en blijft de textuur glad. Neem de tijd voor deze stap: hoe gelijkmatiger de eieren worden opgenomen, hoe mooier de kruim van de taart.