1. Kook de rijst in groentebouillon tot deze volledig is opgenomen.
2. Roer de boter, Parmezaanse kaas en saffraan erdoor.
3. Laat de rijst afkoelen op een marmeren oppervlak.
4. Bereid de ragù: fruit de gehakte ui, wortel en selderij in olie.
5. Voeg het gehakt toe en bak het bruin.
6. Voeg de witte wijn toe en laat deze verdampen.
7. Voeg de passata, tomatenpuree, erwten en laurierblaadjes toe.
8. Laat sudderen tot de ragù indikt.
9. Laat afkoelen.
10. Neem een portie rijst, maak een kuiltje in het midden en doe er een theelepel ragù en een blokje provola in.
11. Vorm de rijst tot een bal of kegel.
12. Bereid het beslag door de bloem, het water en het ei te mengen.
13. Dompel de arancini eerst in het beslag en vervolgens in het paneermeel.
14. Frituur in hete olie tot ze goudbruin zijn.
15. Laat uitlekken op keukenpapier en serveer warm.
