Bereiding
- Peren voorbereiden: Schil de peren, verwijder het klokhuis en snijd ze grof in stukken. Door ze niet te klein te snijden, behouden ze tijdens het koken meer structuur en worden ze gelijkmatig zacht.
- Koken: Doe de peren in een steelpan samen met de vanillesuiker, kristalsuiker en het water. Breng het geheel aan de kook en laat de peren zachtjes koken totdat ze volledig zacht zijn. Je merkt dat ze klaar zijn wanneer je er gemakkelijk met een lepel doorheen kunt drukken.
- Pureren: Haal de pan van het vuur en pureer de peren tot een glad mengsel met een staafmixer. Hoe langer je mixt, hoe gladder de crème wordt — ideaal als je een zijdezachte structuur wilt.
- Indikken: Meng het aardappelmeel met 1–2 eetlepels koud water in een klein kommetje. Zet de pan terug op laag vuur en giet het aardappelmeelmengsel al roerend bij de perenpuree. Blijf kloppen tijdens het verwarmen. Laat de crème kort doorkoken, ongeveer één minuut, zodat het aardappelmeel volledig bindt. Vind je de crème nog iets te dun, voeg dan een klein beetje extra aardappelmeel toe op dezelfde manier.
- Serveren: Geniet van de perencrème warm of laat hem volledig afkoelen voor een stevigere, frisse variant. Beide manieren zijn heerlijk.
Serveertips & bewaren
Perencrème is heerlijk met yoghurt, granola of havermout als ontbijt. Als tussendoortje kun je hem puur eten of met een paar extra stukjes fruit bovenop. Voor een dessertversie kun je een toefje slagroom toevoegen of combineren met vanille-ijs.
De crème blijft ongeveer een week goed in de koelkast, mits goed afgedekt. Bewaar hem bij voorkeur in een glazen pot; zo behoudt hij zijn smaak en structuur het beste. Eventueel kun je de crème voordat je hem serveert kort opwarmen, vooral als je hem warm het lekkerst vindt.
Een eenvoudig basisrecept dat je eindeloos kunt gebruiken — en een perfecte manier om van een overvloed aan peren te genieten.
