In het begin zijn er 6 eieren: Je begint met 6 hele eieren.
« Je breekt er 2 »: Dit betekent dat er 2 eieren gebroken zijn, maar je hebt er nog steeds 6 over, waarvan er 4 heel zijn.
« Je kookt ze »: De 2 gebroken eieren worden gekookt, zonder de andere 4 eieren aan te tasten.
« Je eet ze op »: De 2 gekookte eieren worden opgegeten, waardoor de 4 eieren heel blijven.
Uiteindelijk heb je nog steeds 4 hele eieren die onaangeroerd zijn gebleven. De truc van deze puzzel zit hem in het feit dat breken, koken en opeten slechts een deel van de eieren beïnvloedt, terwijl de rest heel blijft.