Zij was het. Het meisje uit het steegje. De reden dat ik vier jaar van mijn leven had verloren. Haar naam was Anna.
Toen kwam alles eruit. Anna, in tranen, legde aan haar geschokte vader uit dat ik de man was die haar had gered. Ik vertelde over Agnes, haar zoon, en hoe ik uiteindelijk als gast in mijn eigen huis terecht was gekomen. Dr. Howell, geschokt en diep verontschuldigend, stond erop dat ik onmiddellijk teruggebracht zou worden.
Toen we aankwamen, brandde het kleine lampje naast Agnes’ bed. Ze zat rechtop tegen de kussens aan, alsof ze gewoon in slaap was gevallen. Maar toen dokter Howell haar pols controleerde, schudde hij alleen maar zijn hoofd. Ze was overleden.
Op het nachtkastje, naast het kleine sleuteltje van het doosje, lag een brief. Mijn handen trilden toen ik haar nette, elegante handschrift las.
Mijn lieve Anton, zo begon het. Mijn dierbare kleinzoon. Dank je wel dat je mijn laatste dagen hebt verlicht. Je hebt me de warmte van een gezin laten zien die ik was vergeten. Ik hoop dat ik jou op mijn beurt heb laten zien wat het betekent om geliefd te zijn. Ik laat je mijn bescheiden erfenis na. Lach alsjeblieft wat vaker. Met liefde, je oma Agnes.
Ik kon mijn tranen toen niet bedwingen. Dr. Howell legde een hand op mijn schouder terwijl ik de sleutel gebruikte om de doos te openen. Hij zat niet vol met prullaria. Hij was tot de nok toe gevuld met goud, diamanten en edelstenen – een levenslange rijkdom van een vrouw die wist dat haar eigen zoon er niet mee te vertrouwen was.
Dat was een jaar geleden. Ik heb een prachtige begrafenis voor Agnes geregeld. Alex probeerde me aan te klagen voor de erfenis, maar één telefoontje van de advocaat van Dr. Howell maakte daar definitief een einde aan.
Ik heb het geschenk dat Agnes me gaf niet verkwist. Ik heb het gebruikt om mijn eigen bedrijf te starten, een klein aannemersbedrijf. Ik verdien mijn eigen geld. Maar elke zondag rijd ik naar de begraafplaats. Haar monument is eenvoudig, met een portret van haar vriendelijke, lachende gezicht in de steen gebeiteld.
‘Hallo oma,’ zeg ik, terwijl ik het koude graniet aanraak. ‘Alles gaat goed.’
Anna wacht normaal gesproken in de auto, maar vandaag kwam ze achter me aanlopen en sloeg haar armen om mijn schouders. We begonnen na de begrafenis met elkaar te praten, daarna belden we elkaar op, en nu… tja, nu zijn we samen.
‘Ze zou zo trots op je zijn,’ fluistert Anna.
Ik weet dat ze dat zou zijn. Het leven is vreemd. De vrouw die me verraadde, leidde me onbedoeld naar een nieuw leven. De schoft die zijn moeder in de steek liet, bracht haar bij mij. En een vriendelijke oude vrouw gaf in haar laatste daad een verdwaalde ex-gevangene iets wat hij nooit had gehad: een familie, een toekomst en een thuis.