« Het is niet jouw schuld, mam. » Voor het eerst in maanden zag Emma er vredig uit. « Toen hij ‘s nachts naar mijn kamer kwam, » fluisterde ze, « werd ik te bang om te slapen. Daarom was ik zo moe. »
De volgende dag gaf Michaels ex-vrouw, Jessica Harrison , een cruciale getuigenis. Ze bevestigde zijn patroon van publieke charme en privé-wreedheid. Nog vernietigender was dat ze zijn verborgen gokschulden onthulde. Michael had Emma niet alleen als een emotioneel obstakel gezien; ze was er ook financieel een. Hij had Elizabeths inkomen en vermogen voor zichzelf nodig.
Gewapend met Emma’s opnames en Jessica’s getuigenis klaagde de officier van justitie Michael aan voor meerdere misdrijven. Hij werd zonder borgtocht vastgehouden.
De daaropvolgende weken waren voor Emma een waas van juridische procedures en therapie. Ze verhuisden naar een nieuw appartement, een kleinere woning, maar het was van hen en het was veilig. Langzaam begon Emma te genezen. Ze begon ‘s nachts door te slapen. De donkere kringen onder haar ogen verdwenen. Haar cijfers verbeterden en het vrolijke, spraakzame meisje dat Elizabeth zich herinnerde, begon weer tevoorschijn te komen. De blauwe plekken genazen en Jennifer gaf haar een stijlvol kort kapsel dat ze zelf had uitgekozen – niet uit angst, maar uit zelfvertrouwen.
Elizabeth leerde een harde les over de maskers die mensen dragen. De vriendelijke, rationele man die haar vertrouwen had gewonnen, was een monster dat zich in het volle zicht verborg. Haar eigen dochter was moediger en opmerkzamer geweest dan zij. Emma had het monster gezien en had zich, op haar eigen stille, angstige manier, verzet.
Op een avond, maanden later, kwam Emma naar haar toe met een klein, versierd doosje. « Ik heb dit voor je gemaakt, mam. »
Binnenin zat een met de hand getekende afbeelding van de twee, hand in hand, met boven Elizabeths hoofd de tekst ‘Mijn Held’ geschreven.
Elizabeth keek naar haar dochter, naar de kracht en veerkracht die in haar ogen straalden. « Nee, lieverd, » zei ze, haar stem dik van emotie terwijl ze Emma in een felle, beschermende omhelzing trok. « Jij bent de held. Je hebt ons allebei gered. »