1. Bereid de aardappelen voor.
Schil, was en snijd de aardappelen in plakjes. Kook ze 10 tot 12 minuten in een grote pan met kokend, gezouten water, tot ze gaar zijn. Giet ze goed af.
2. Bereid de topping voor. Fruit eventueel de ui en knoflook in een beetje boter of olie tot ze zacht zijn. Voeg naar smaak tijm toe.
3. Bereid de saus: smelt de boter, roer de bloem erdoor en meng tot een roux ontstaat. Voeg geleidelijk de melk toe en roer goed door. Laat de saus indikken, roer er dan de room door en breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat.
4. De gratin opbouwen: Verwarm de oven voor op 180 °C. Vet een ovenschaal in. Maak afwisselend lagen aardappelen, ham, ui/knoflook (indien gebruikt) en saus. Bestrooi met geraspte kaas.
5. Bakken: Bak 30 tot 40 minuten, tot de bovenkant goudbruin is. Laat 5 minuten rusten alvorens te serveren.
