Een enkel lieveheersbeestje in huis valt meestal niet op, maar wanneer je er opeens heel veel ziet, kan dat best vreemd lijken. Toch is het heel normaal gedrag. Lieveheersbeestjes zoeken in bepaalde seizoenen een plek om te schuilen en komen daarbij soms massaal binnen. Entomoloog Jetske de Boer legt uit hoe dit precies werkt en waarom deze insecten vaak onverwacht opduiken in woningen.
Aan het einde van de zomer beginnen lieveheersbeestjes met het zoeken naar een warme plaats om de winter door te komen. Ze zoeken plekken waar ze droog en veilig kunnen zitten en waar het niet te koud wordt. Daarom kruipen ze via kleine kieren je huis binnen. Ze kiezen plekken waar de temperatuur stabiel blijft. Daardoor kun je ze meerdere maanden niet zien, tot ze in het voorjaar ineens tevoorschijn komen wanneer het warmer wordt.
Deze beestjes verstoppen zich graag in kleine ruimtes zoals achter kozijnen, in spleten van muren of tussen isolatiemateriaal. Wanneer je ze in het voorjaar aantreft, zijn het vaak dezelfde insecten die al die tijd in huis hebben overwinterd. Zodra het licht en warm wordt, worden ze actiever en gaan ze weer op zoek naar eten.
