3. Porties afmeten
Misschien wel de minst bekende, maar meest handige functie: het gat dient als maatje voor één portie ongekookte pasta. Door droge spaghetti door het gat te steken tot het precies gevuld is, heb je ongeveer één portie per persoon. Zo hoef je nooit meer te gokken of je te veel of te weinig pasta kookt.
4. Pasta controleren op ‘al dente’
Wanneer je wilt testen of de pasta gaar genoeg is, kun je met een pastalepel makkelijk een paar stukken eruit lepelen. Het water loopt door de uitsparingen weg en je kunt direct voelen, proeven en zien of de pasta de perfecte al dente structuur heeft. Hierdoor hoef je niet te friemelen met een vork of riskeren dat je pasta in de gootsteen laat vallen.
5. Handig bij grote pannen
Als je een grote pan vol pasta hebt, kan het lastig zijn om precies de juiste hoeveelheid op te scheppen. Het gat helpt je de pasta sneller en efficiënter te ‘vangen’, omdat het water wegloopt en de pasta niet aan de lepel blijft plakken. Dit is vooral handig wanneer je veel porties tegelijk serveert.
