Zo maak je het
- Stamp de banaan.
Stamp de banaan in een kom tot het mengsel bijna glad is. Een paar kleine klontjes zijn prima en geven juist wat structuur. Hoe rijper de banaan, hoe makkelijker deze fijn te stampen is en hoe zoeter het resultaat wordt. Gebruik bij voorkeur een vork of een kleine stamper en werk rustig, zodat de banaan niet te vloeibaar wordt.
- Voeg eieren toe.
Breek de eieren in dezelfde kom en klop ze samen met de banaan tot een egaal geheel. Het mengsel moet vloeibaar zijn maar nog wel een klein beetje dikte behouden. Een garde of vork werkt hiervoor uitstekend. Door goed te mengen, krijg je een gelijkmatige structuur die zowel voor pannenkoekjes als roerei goed werkt.
- Bak als pannenkoeken of roerei.
- Voor pannenkoeken: Verhit een anti-aanbakpannenkoekenpan op middelhoog vuur. Vet de pan licht in met een klein beetje olie of boter. Giet kleine schijfjes van het deeg in de pan – niet te groot, zodat je ze makkelijk kunt omkeren. Bak de pannenkoekjes 1–2 minuten per kant tot ze goudbruin kleuren en stevig genoeg zijn om te draaien. Ze zullen licht opbollen en een zacht midden hebben.
- Voor roerei: Giet het mengsel in de pan en bak het zoals je roerei zou bereiden. Roer zachtjes en regelmatig, zodat het mengsel niet aanbrandt en evenwichtig stolt. Het resultaat is een romig, licht zoet roerei dat verrassend goed vult.
- Bestrooi kaneel tijdens het bakken of direct bij het serveren. Dit is optioneel, maar het geeft een heerlijke extra smaaklaag en een geur die perfect aansluit bij banaan en eieren. Gebruik een snufje voor een subtiele toets, of iets meer als je van uitgesproken kaneelsmaak houdt.
Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️
Advertentie