« Verlaat deze afdeling onmiddellijk. Wij bedienen hier geen mensen zoals u. »
De woorden kwamen koud van Dr. Martin Keaton, hoofdarts van het St. Augustine Medical Center, een van de meest prestigieuze ziekenhuizen van de stad. Zijn stem galmde door de spoedeisende hulp, waar een jonge zwarte jongen trillend van de pijn zijn buik vasthield. Zijn moeder, Monica Reed, stond naast hem met paniek in haar ogen.
« Dokter, alstublieft, » zei Monica, « mijn zoon braakt al sinds vanochtend bloed. Hij heeft nu onmiddellijk hulp nodig. »
Dokter Keaton keek hen nauwelijks aan. Hij streek zijn witte jas recht, zijn gezicht strak van arrogantie. « Dit ziekenhuis biedt zorg aan particuliere cliënten, niet aan mensen die zomaar binnenlopen uit achterstandswijken. U zou de openbare kliniek verderop eens moeten proberen. Die zijn beter geschikt voor uw situatie. »
Monica knipperde met haar ogen, te verbluft om iets te zeggen. Ze was aangekomen in een zwarte luxe sedan, gekleed in een op maat gemaakt mantelpakje, het logo van haar bedrijf nog steeds op haar jasje gespeld. Maar Dr. Keaton vroeg nooit naar haar verzekering of naam. Hij zag alleen wat hij wilde zien.
‘Mijn zoon zou kunnen sterven,’ zei ze met een krakende stem.
Dr. Keaton gebaarde naar de twee bewakers bij de deur: « Begeleid ze alstublieft naar buiten. »
Toen ze dichterbij kwamen, begon het jongetje te huilen. « Mama, heb ik iets verkeerd gedaan? » fluisterde hij.
Monica knielde neer en omhelsde hem. « Nee, lieverd, » zei ze zachtjes. « Je hebt niets verkeerds gedaan. » Ze nam hem in haar armen en liep zonder nog een woord te zeggen het gebouw uit.
Een uur later arriveerden ze in het Riverside Children’s Hospital, waar het personeel haar zoon onmiddellijk naar de operatiekamer bracht. De diagnose was een gescheurde blindedarm. De chirurg vertelde Monica achteraf dat als ze nog langer had gewacht, haar kind het misschien niet had overleefd.
Die nacht zat Monica naast haar slapende zoon te luisteren naar het trage ritme van de hartslagmeter. Ze was dankbaar, maar onder haar kalme uitdrukking sluimerde woede. Want ze was niet zomaar een moeder. Ze was de CEO van Reed Medical Group, de belangrijkste investeerder in St. Augustine Medical Center. En morgen zou iedereen weten wie ze werkelijk was.
De volgende ochtend gonsde het ziekenhuis van de gebruikelijke superioriteit. Artsen haastten zich door de gangen, zich niet bewust van de zwarte limousine die voorreed. Toen de deuren opengingen, stapte Monica naar buiten in een strak wit pak, met een kalm gezicht, gevolgd door twee advocaten met aktetassen.
In de vergaderzaal zat Dr. Keaton koffie te drinken met zijn collega’s toen de directeur van het ziekenhuis binnenkwam. « Dames en heren, » kondigde de directeur aan, « welkom mevrouw Monica Reed, voorzitter van Reed Medical Group en onze grootste weldoener. »