Toen hoorde hij het: een zacht zoemend geluid, de wielen van een stoel die over het gepolijste hout rolden.
Hij draaide zich om en zag haar — een slank meisje met gouden haar en een voorzichtige glimlach. Ze zag eruit als dertien, haar benen rustten roerloos op de voetplaten van haar rolstoel.
« Hoi, » zei ze. « Ik ben Lila. »
Aaron glimlachte terug. « Hoi daar, Lila. Ik ben alleen de conciërge. Wees voorzichtig — de vloer is nog een beetje glad. »
Haar ogen schoten naar de dansversieringen, en toen weer naar hem. « Weet je hoe je moet dansen? »
Hij lachte. « Ik? Ik laat gewoon de vloer glanzen zodat anderen kunnen dansen. »
Lila liet haar blik zakken. « Ik heb niemand om mee te dansen, » mompelde ze. Dan, moediger: « Zou je met me willen dansen? Gewoon voor een minuutje? »
Aaron verstijfde, zijn vingers klemden zich steviger om het mophandvat. Hij keek naar zijn bevlekte uniform, de versleten schoenen, zijn zoon die in de hoek sliep. Even aarzelde hij — bang om een grens over te schrijden, bang om gezien te worden.
Maar toen zag hij de hoop in haar gezicht.
Hij zette de dweil tegen de muur, liep naar hem toe en glimlachte zachtjes. « Goed, juffrouw Lila. Eén dans. »
Hij pakte haar kleine hand en begon haar stoel langzaam over de gymvloer te rollen, zachtjes neuriënd. Er was geen muziek, alleen het ritmische geluid van schuivende wielen en zijn stem die de stilte vulde.
Lila lachte, draaide zich lichtjes om terwijl hij bewoog. Haar ogen fonkelden van een vreugde zo helder dat het de stille hoeken van zijn hart verwarmde.
Op dat moment waren ze niet « de conciërge » en « het meisje in de rolstoel. » Ze waren simpelweg twee zielen die een klein, menselijk wonder deelden — een dans op een vers gewaxte vloer.
In de deuropening stond een vrouw te kijken, haar ogen glinsterden. Caroline Whitmore — Lila’s moeder. Een rijke vrouw, bekend in de stad om haar perfectie en gracie, had ze jaren besteed aan het beschermen van haar dochter tegen medelijden. Maar die nacht, toen ze zag dat Aaron Lila niet als kwetsbaar, maar als heel behandelde, verzachtte er iets in haar.
Toen de echte muziek begon en het publiek de gymzaal vulde, fluisterde Lila: « Dank je. Niemand heeft me ooit gevraagd om te dansen. »
Aaron glimlachte. « Jij vroeg het eerst aan mij. »
Die kleine uitwisseling grift zich in hun beider harten.
Later, toen de versieringen werden afgebroken en Jonah wakker werd, kwam Caroline terug. Haar hakken klikten door de stille gymzaal, echoënd in de leegte.
« Meneer Blake? » zei ze, haar toon warm maar formeel. « Ik ben Caroline Whitmore. Mijn dochter vertelde me wat je deed. Ze zei: ‘Mam, iemand heeft me vanavond het gevoel gegeven een prinses te zijn.' »
Aaron bloosde en wreef over de achterkant van zijn nek. « Het was eigenlijk niets. Ze is een bijzonder kind. »