Haakjes / Ronde haakjes
Machten
Delen en vermenigvuldigen (van links naar rechts)
Optellen en aftrekken (van links naar rechts)
Stap 1: De haakjes oplossen
De oorspronkelijke uitdrukking is:
48 ÷ 8(14 – 8)
We beginnen met het evalueren van wat er tussen de haakjes staat:
14 – 8 = 6
De vergelijking wordt dan:
48 ÷ 8(6)
Stap 2: Het interpreteren van impliciete vermenigvuldiging.
Hier staat 8(6) voor impliciete vermenigvuldiging. In tegenstelling tot gewone vermenigvuldiging met het symbool « × », heeft deze een hogere prioriteit. Dus in plaats van eerst 48 ÷ 8 te delen, beschouwen we:
8(6) = 48
De vergelijking wordt dan:
48 ÷ 48
Stap 3: De deling uitvoeren.
Het resultaat is als volgt:
48 ÷ 48 = 1
Waarom is antwoord 36 onjuist?
Veel mensen trappen in de volgende valkuil: