Bij het graf van mijn vader zag ik plotseling een tenger jongetje in stilte knielen. Toen ik dichterbij kwam, keek hij op, zijn ogen vol tranen, en fluisterde: « Het spijt me… ik wilde mijn opa alleen maar bezoeken. » Mijn hart stond stil. Mijn vader had nooit over een kleinzoon gesproken. Wie was dit jongetje – en waarom leken zijn ogen zo sprekend op die van mijn vader, op een manier die me rillingen over de rug bezorgde?
Ik schrijf dit op dinsdag 30 september 2025. Mijn zoon, Leo, slaapt in zijn kamer aan het einde van de gang, het zachte licht van zijn dinosaurus-nachtlampje valt onder de deur door. Zijn moeder, Maya, zit opgerold in de fauteuil tegenover me, een boek op haar schoot, haar ademhaling rustig en regelmatig. Het lamplicht vangt … Lire plus