3. Het bakken van de aubergine
Verhit een ruime hoeveelheid olijfolie in een grote koekenpan op middelhoog tot hoog vuur. Het is belangrijk dat de olie goed heet is voordat je begint te bakken: zo neemt de aubergine minder olie op en krijg je een mooie, goudbruine korst. Dep de plakjes aubergine droog met keukenpapier om resterend vocht te verwijderen — vocht kan spetteren in de olie en zorgt ervoor dat de aubergine minder krokant wordt.
Bak de aubergineplakken tot ze aan beide kanten goudbruin en licht krokant zijn. Dit duurt meestal enkele minuten per kant. Keer de plakken voorzichtig om zodat ze niet scheuren. De binnenkant moet zacht en bijna romig worden terwijl de buitenkant een subtiel knapperig randje behoudt.
4. Afmaken
Zodra de aubergines mooi gebakken zijn, haal je de pan van het vuur. Strooi onmiddellijk het mengsel van knoflook, peterselie en chili eroverheen. De warmte van de aubergine helpt de smaken van de dressing te openen en zachtjes te garen, waardoor het geheel een diepere, vollere smaak krijgt. Breng op smaak met zout en peper; wees niet te zuinig, want aubergine vraagt om voldoende kruiding.