Mijn naam is Althea . Ik werd schoondochter op mijn 26e en stapte in een gezin dat meer ontberingen had doorstaan dan wie dan ook verdiende. Mijn schoonmoeder was jong overleden, waardoor mijn schoonvader, Bill Ernesto , in zijn eentje vier kinderen moest opvoeden. Hij bracht zijn hele leven door met het verzorgen van gewassen in het kleine stadje San Francisco – zonder ooit een baan te hebben gehad met een pensioen of enige vorm van zekerheid.
Tegen de tijd dat ik bij het gezin kwam, hadden de meeste kinderen van Lolo Ernesto al een eigen huis en kwamen ze zelden bij hem op bezoek. Zijn resterende jaren waren bijna volledig afhankelijk van mijn man en mij.
Ik hoorde mijn buren vaak achter mijn rug fluisteren:
« Kun je je dat voorstellen? Ze is maar zijn schoondochter, maar ze gedraagt zich als zijn fulltime verzorger. Wie doet dat nou voor een schoonvader? »
Maar ik zag het anders. Hier was een man die alles had opgeofferd voor zijn kinderen. Als ik hem de rug toekeerde, wie zou er dan aan zijn zijde blijven?
Twaalf jaar van beproevingen
Die twaalf jaar waren allesbehalve gemakkelijk. Ik was jong – uitgeput, overweldigd en vaak eenzaam. Toen mijn man naar Manilla vertrok om te werken, moest ik alleen voor onze zoontje en Bill Ernesto zorgen, wiens lichaam met de dag zwakker werd. Ik kookte, maakte schoon, waste kleren en bracht talloze nachten door op een plastic stoel naast zijn bed, terwijl ik zijn ademhaling in de gaten hield.
Op een keer, tijdens een bijzonder moeilijke nacht, brak ik eindelijk de stilte en fluisterde:
“Bill, ik ben gewoon je schoondochter… soms voelt het te zwaar voor me.”
Hij gaf me geen preek en huilde ook niet. In plaats daarvan gaf hij me een zachte glimlach, pakte mijn trillende hand en zei:
« Ik weet het. Daarom ben ik dankbaar. Zonder jou was ik hier niet meer. »
Ik ben die woorden nooit vergeten. Vanaf dat moment beloofde ik mezelf dat ik zijn resterende jaren zo vredig mogelijk zou maken. Ik kocht dikke dekens voor hem als het koud werd. Ik kookte soep als hij buikpijn had. Als zijn voeten opzwollen, masseerde ik ze zachtjes.
Ik heb nooit nagedacht over wat hij zou achterlaten. Ik gaf om hem omdat hij in mijn hart al een vader voor me was geworden.
Het laatste moment
Naarmate de tijd verstreek, werd Bill steeds zwakker. Op 85-jarige leeftijd vertelde de dokter ons zachtjes dat zijn hart het niet lang meer zou volhouden. In zijn laatste dagen vroeg hij me vaak om naast hem te komen zitten, zodat hij verhalen uit zijn jeugd kon vertellen – verhalen over vissen aan de rivier, over verloren liefde, over het opvoeden van kinderen met niets anders dan zijn handen en hoop. Hij bleef me eraan herinneren dat zijn grootste wens was dat zijn kinderen en kleinkinderen een waardig leven zouden leiden.
Toen, op een rustige namiddag, was het moment daar.