4. Vermijd het wassen in uitsluitend koud water
Koud water is milieuvriendelijk en mild voor stoffen, maar werkt niet altijd goed bij hardnekkige vlekken of sterk bevuilde kleding. Voor witte was en hygiënische reiniging kan warm of heet water effectiever zijn. Kies per wasbeurt de juiste temperatuur op basis van de vervuiling en het type stof.
5. Laat het pluisfilter nooit vuil achter
Het pluisfilter van de droger moet na elke droogbeurt schoon worden gemaakt. Een verstopt pluisfilter vermindert de luchtcirculatie en verlengt de droogtijd aanzienlijk – én het verhoogt het risico op brand. Met een snelle controle vóór of na het drogen voorkom je problemen en werkt de droger optimaal.
6. Overbelast de wasmachine niet
Een propvolle trommel lijkt efficiënt, maar belemmert de beweging van kleding. Hierdoor wordt wasgoed minder schoon en ervaart de machine extra belasting. Overbelasting zorgt voor snellere slijtage van lagers, motor en ophangingen. Laat altijd voldoende ruimte in de trommel zodat kleding vrij kan bewegen.